P

Parvo

Onlangs hadden we op de praktijk te maken met een pupje waarbij Parvo werd geconstateerd. Parvo is één van de meest levensbedreigende ziekten bij met name jonge dieren. Honden van alle leeftijden kunnen het krijgen, maar vooral jonge honden zijn kwetsbaar. Het is een zeer besmettelijk virus dat gemakkelijk wordt overgedragen. Met name de diarree van de geïnfecteerde pup/hond vormt een belangrijke bron van besmetting. De symptomen die gezien kunnen worden zijn braken, bloederige diarree, niet meer willen eten, lusteloosheid, koorts en bleke slijmvliezen.

Gelukkig zien we Parvo nog maar zelden in Nederland, echter er bestaat een toenemende trend om zogenaamde “kofferbakhondjes” uit het Oostblok aan te bieden via internet. Ziekten als Parvo, die nauwelijks meer voorkomen onder de hondenpopulatie in Nederland, kunnen bij deze dieren veel vaker voorkomen. Er bestaat geen medicijn tegen Parvo, vaak is het dodelijk voor de hond, maar we kunnen absoluut proberen met ondersteunende therapie het dier te redden.

Hoe kun je je hond beschermen tegen Parvo? Pups krijgen in eerste instantie antilichamen van hun moeder via de placenta (moederkoek) en de moedermelk. Deze zogenaamde maternale antilichamen beschermen de pups in hun eerste levensweken tegen Parvo. Echter, na verloop van tijd nemen deze antilichamen in het bloed van de pup weer af. Op dat moment is het belangrijk om het dier te vaccineren. Zo kan het dier zelf nieuwe antistoffen opbouwen.

Vaccinatie tegen Parvo vindt plaats op 6, 9 en 12 weken, op 1 jaar en vervolgens één keer in de drie jaar. Problemen ontstaan met name bij dieren die weinig antistoffen met de moedermelk hebben meegekregen, bij pups die niet of onvoldoende gevaccineerd zijn of als een pup een periode van stress doormaakt net na de eerste vaccinatie.

De pup bij wie wij Parvo hadden geconstateerd, was gekocht bij mensen waar de moederhond niet aanwezig was. Wees alert in zulke situaties, het klopt niet dat er geen moederhond bij is! Je weet niet waar een pup vandaan komt wanneer de moederhond er niet is. Maar nog belangrijker is misschien: als je het niet vertrouwt, neem dan zeker geen pup uit het nest! Ook al is de verleiding nog zo groot.

Helaas is het met ‘onze’ pup niet goed afgelopen. Na 4 dagen intensieve behandeling is hij toch overleden, ontzettend jammer.

Persisterende melktanden

Het gebit van de hond

Het melkgebit van de pup is compleet op een leeftijd rond de twee maanden. Het bestaat dan uit 28 tanden en kiezen. Daarna wisselt het melkgebit en wordt het vervangen door het blijvende gebit. Het wisselen begint op een leeftijd van 3 – 4 maanden en begint van voor af aan: eerst wisselen de middelste voortanden, daarna de tanden daarnaast en zo gaat het verder totdat ook de achterste melkkiezen vervangen zijn.

Bij dat wisselen duwt de blijvende tand de melktand uit de kaak, waarna deze uitvalt. Het wisselen is compleet op een leeftijd van 6 – 7 maanden. Het blijvende gebit bestaat dan uit 42 tanden en kiezen.

Persisterend melkgebit

Hiermee wordt bedoeld dat een melktand- of kies blijft zitten terwijl de blijvende tand of kies al doorkomt. Normaal gesproken duwt de blijvende tand de melktand naar buiten en lost daarbij geleidelijk aan de wortel van de melktand op, waardoor deze uitvalt. Soms gebeurt het dat de wortel van de melktand niet goed oplost, waardoor de blijvende tand gedwongen wordt naast de melktand door te komen. Deze twee tanden zitten dan naast elkaar op de plaats waar één van hen hoort te zitten. Omdat er in de kaken niet veel ruimte over is, zie je dan vaak dat de tanden scheef gaan staan, met als gevolg dat deze tanden veel gevoeliger zijn voor het ontstaan van tandplak en ontstekingen. Door een grote afwijkende stand van tanden en kiezen kan ook de ontwikkeling van de boven- en onderkaak verstoord worden.

Deze afwijkingen, het aanwezig zijn van dubbele tanden en soms ook kiezen, komt vooral voor bij kleinere hondenrassen. Het vaakst worden persisterende of dubbele melkhoektanden gezien en ook persisterende of dubbele snijtanden komen nogal eens voor.

Omdat persisterende melktanden kunnen leiden tot levenslange problemen, is het van belang om bij honden van kleinere rassen goed op het gebit te letten, vooral op een leeftijd van 3 – 7 maanden.

Zodra u ziet dat een blijvende tand doorkomt, terwijl de melktand nog niet is uitgevallen, is het aan te raden naar de dierenarts te gaan om het gebit te laten onderzoeken. In het algemeen geldt dat hoe eerder een persisterende tand eruit gehaald wordt, hoe groter de kans dat de blijvende tand toch nog goed doorkomt, en hoe kleiner de kans dat er op oudere leeftijd problemen ontstaan.

Puppyconsult

Leuk! Een nieuwe pup in huis! Maar met de pup komen ook een heleboel vragen. Om u te helpen bij het opvoeden en verzorgen van de pup, biedt Dierenkliniek Winsum u het gratis puppyconsult aan.

Wat is een puppyconsult?

Dit houdt in dat u met uw pup bij één van onze assistentes langskomt. Zij zet het pupje op de behandeltafel, kijkt in zijn oortjes, naar zijn gebit, hoe het pupje loopt en nog meer. Ook wordt het hondje gewogen om te kijken of het niet te snel groeit.

Voordelen

Het voordeel van deze puppyconsulten is dat het hondje op jonge leeftijd al went aan het bezoekje aan de dierenarts. Wij als praktijk hebben daar natuurlijk belang bij, maar u als eigenaar ook. Het is zoveel fijner als uw hond hier met plezier komt.

Een ander voordeel van onze puppyconsulten is dat afwijkingen of ziekten vaak in een vroeg stadium al opgepikt en behandeld kunnen worden.

De puppyconsulten zijn gratis. Ze vinden plaats op elke dinsdag- en woensdagmiddag. Eén keer in de 2 weken is het ook mogelijk om op de woensdagavond te komen. U kunt zich hiervoor opgeven bij één van onze assistentes.